Beleidsambtenaar Sabrina Eijk van de Gemeente Nieuwegein licht toe in welke ontwikkelfase Kunst op Recept zich nu bevindt, wat er nog moet gebeuren om de slagkracht te vergroten en hoe het past in het grotere geheel.
De achterliggende gedachte van de transformatie is: ‘Jullie zitten dichter bij de mensen, en zijn beter in staat om maatwerk te leveren. Sabrina Eijk: ‘Dat er meer vanuit maatwerk geredeneerd moet worden, is duidelijk. Veel mensen belanden via de huisarts in een zorgdomein, waar ze niet horen. Dat betekent onnodig hoge zorgkosten, een hoge zorgdruk en mensen die vastlopen. Het idee achter de Op Recept-formule is dat meer mensen met psychosociale klachten, zoals piekeren, slecht slapen, somberheid en hoofdpijn worden doorverwezen naar het sociaal domein.’
Een gedragen Op Recept-formule
Achter de ontwikkeling en implementatie van de Op Recept-formule zit een groot aantal kernpartners uit de omgeving. De Gemeente Nieuwegein is er daar eentje van. Bij het omvormen van het oude beleid is één principe leidend voor alle partners: Ze redeneren vanuit wat mensen wel kunnen. Ook Kunst op Recept, Welzijn op Recept en Bewegen op Recept zijn op dit principe gebaseerd.
De praatfase voorbij
‘De formule werkt, zover zijn we inmiddels,’ zegt Sabrina. ‘Ook huisartsen, fysiotherapeuten en andere doorverwijzers zien de meerwaarde en zijn aan boord. Nu is het een kwestie van doen en aanpakken waar we tegenaan lopen. Zoals de overbelasting van het zorgdomein, bijvoorbeeld. Het aantal mensen dat regelmatig komt, maar eigenlijk geen medisch probleem heeft, is groot. Organisatorisch heeft dat gevolgen. Spreekkamers zitten vol en wachttijden lopen op. Tegelijkertijd moeten we goed kijken naar het profiel van de mensen die we naar het sociaal domein doorverwijzen. Hoe krijgen we mensen zo ver dat ze ook gaan praten met de welzijns- of buurtsportcoach in plaats van de vertrouwde huisarts? Wat is er verder nog nodig om dit goed en structureel uit te voeren? Dat betekent veel gesprekken voeren met alle betrokken partijen. En samen de uitkomsten analyseren.’
Implementeren op grotere schaal
Januari 2019 start de implementatiefase van deze pilot. De eerste vraag luidt: ‘Wat is er nodig om dit op grote schaal door te voeren? Sabrina noemde het al: De ervaringen van huisartsen en andere doorverwijzers zijn van groot belang. Door die ervaringen te volgen, leren we wat wel en niet werkt. Ook gaan de kernpartners met zorgverzekeraars om de tafel, voor de nodige financiële borging. Sabrina: ‘Al verwacht ik niet dat elke activiteit, automatisch vergoed wordt. In veel gevallen is dat ook helemaal niet nodig.’ Ondertussen gaan de ontwikkelingen aan de achterkant verder. Het aantal activiteiten wordt uitgebreid en de effectiviteit wordt gemeten. ‘Uiteindelijk,’ zegt Sabrina, ‘moet het doorverwijzen naar een Op Recept-activiteit net zo vanzelfsprekend worden als een pilletje. Sterker nog, ik wil dat mensen er zelf om gaan vragen. Net als een verwijzing naar de fysiotherapeut.’
Zijn de activiteiten een doel of een middel?
Sabrina: ‘Wanneer mensen met klachten doorgeleid zijn naar een passende activiteit, hebben we iets heel goed gedaan. Wat we niet moeten doen is ons in de implementatiefase blindstaren op het aanbod. De kern is mensen her-verbinden. Helpen de activiteiten daarbij? Zeker, dat geloof ik oprecht. Maar wat als de schildercursus is afgelopen? En iemand weer alleen thuis zit? Binding met de buurt is van groot belang. Een buurvrouw die even een boodschap kan doen. Of de hond van Kees uitlaten als hij zelf ziek op bed ligt. Daar komen de buurtcoaches om de hoek kijken. Die buurtbewoners helpt om samen een moestuin op te zetten. Mensen dichtbij elkaar die bereid zijn om naar elkaar om te kijken. Ik wil de gemeenschap zo stevig maken, dat mensen terug kunnen vallen op hun buurt.’