In Emmen, Doetinchem en Breda zoeken beleidsmedewerkers uit verschillende domeinen elkaar op. Samen verkennen ze de meerwaarde van culturele interventies. Geen eenvoudig proces. ‘Zoiets vernieuwends hoort een beetje te schuren,’ zegt Angela van Dijk (LKCA). Voor iedereen met koudwatervrees, geeft ze vier concrete adviezen.
Een cultureel welzijnswerker met een oma in het verpleeghuis, weet niet per se hoe het eraan toe gaat in de zorg.
Neem de tijd om elkaars domein echt te leren kennen. De een heeft het bijvoorbeeld over patiënten, de ander over cliënten of cursisten. Dat alleen al bewijst dat je te maken hebt met totaal verschillende werelden. Het helpt om samen te redeneren vanuit die patiënt, cliënt, cursist. Welk pad bewandelt deze persoon en wat heeft die echt nodig?
Geen goed bereikbaar pand inclusief danszaal, podium en atelier?
Een fysieke plek om samen te komen, is belangrijk. Fijn als die voorhanden is. Super als die plek zich in de directe omgeving bevindt. Heb je die luxe niet? Draai het dan om: onderzoek wat wel beschikbaar is.
In iedere gemeente wonen kunstenaars die iets voor een ander willen betekenen.
Wie gaan dan die culturele interventies ontwikkelen en begeleiden? In het begin zal dat zoeken zijn. Bedenk wat het verbinden van jullie domeinen kan opleveren. Leg contact met een muziekschool, bibliotheek en centrum voor de kunsten in de buurt. Grote kans dat die ook de weg weten naar kunstenaars in de omgeving. Maak concreet wie je zoekt, zet het uit en begin gewoon.
Ook zonder geld, kun je een begin maken.
We zijn gewend om in geld te denken. 'Zonder geld, kunnen we niks.' Daag jezelf uit en onderzoek wat er al wel is. Wat kun je daarmee? Dat voorkomt dat de eerste stappen eindeloos op zich laten wachten.